Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

FAT 2.2.4.0 Test 4.1: Check dat het tijdsafhankelijke minimum debiet bij Hagestein (LSMLT_link_R_RT_007_1) van 10 m3/s in winter en voorjaar, en 25 en 30 m3/s in de zomer correct geïmplementeerd is. 

FAT 2.2.4.0 Test 4.2: Het
a) Check of het debiet van het  het Amsterdam Rijnkanaal naar het Markermeer is nul in de sommen waarin de maatregel niet is geïmplementeerd (REF2017BP18, S2050BP18, en in de VP pakketten (REF2017VP, S2050VP)). In de niet nul is in de EP pakketten (REF2017EP, S2050EP) is er aanvoer van ARK naar Markermeer met een maximum van 40 m3/s. In Stoom2050 is er langer noodzaak om het Markermeer op peil te houden via ARK dan in de REF2017 berekeningen.Het peil van het Markermeer blijft met de extra aanvoer dichter bij het streefpeil. Verder is er door . Door de extra aanvoer naar het Markermeer is een hogere regionale inlaat (Schermer, doorvoer Oranjesluizen, Flevoland) mogelijk. Met deze maatregel wordt het meerpeil in juli-augustus-september iets hoger gehouden.In de EP berekening waarin . Check of i.v.m. de extra aanvoer voor het Markermeer is opgenomen wordt in Markermeer via het Betuwepand tijdens enkele perioden duidelijk meer water door de Irenesluizen gestuurd. Voor wordt gestuurd (met een maximum van 40 m3/s; voor het Stoom2050 scenario geldt dat er begin augustus even een iets lagere inlaat bij de Irenesluizen is, dat is omdat de Rijnafvoer hoger is en er geen KWA nodig is in die periode.Voor het Betuwepand ARK is er wel verschil tussen de referentiesommen en de VP sommen; dat komt door het extra gewenst debiet bij de monding van de Lek dat door het Betuwepand wordt aangevoerd. In de EP sommen wordt bovendien extra aanvoer voor het Markermeer via het Betuwepand opgenomen. De in eerste instantie opgegeven capaciteit van 100 m3/s blijkt voor enkele perioden beperkend in zowel het REF2017 als het S2050 scenario, en leidt tot verschillen in waterstand bij Hagestein en Tiel. ).
b) Het peil van het Markermeer blijft met de extra aanvoer dichter bij het streefpeil. Check of met deze maatregel het meerpeil in juli-augustus-september iets hoger is.

FAT 2.2.4.0 Test 4.3: Voor Delfzijl is in de Referentie som REF2017BP18 het gewenst doorspoeldebiet 1.7 m3/s. In de pakketten VP en EP is dit gehalveerd naar 0.85 m3/s. Dit is direct zichtbaar in de resultaten. Voor het Stoom2050 scenario is op dezelfde manier het gewenst debiet in de VP en EP pakketten met 50% gereduceerd tot 1.7 m3/s.

FAT 2.2.4.0 Test 4.4: Check of er minder water van IJsselmeer naar Markermeer gaat waardoor het IJsselmeerpeil minder ver uitzakt. 

FAT 2.2.4.0 Test 4.5: Check of door het vergroten van de capaciteit van Gaarkeuken (en achterliggende gemalen), de capaciteit van de Paradijssluis (en achterliggende sluizen op de Drentse Hoofdvaart), en capaciteit van de Rogatsluis (en achterliggende sluizen op de Hoogeveensche Vaart) tot hogere debieten leidt.

FAT 2.2.4.0 Test 4.6: Check of in de EP berekeningen de extra lozing van 0.28 m3/s van RWZI Kortenoord zichtbaar is in de Ringvaart boezem (knoop 4102).

FAT 2.2.4.0 Test 4.7: Check of het doorvoordebiet via de Krimpenerwaard richting Gouda / Hollandsche IJssel inlaat niet nul is (locatie KW_16).

FAT 2.2.4.0 Test 4.8: Check of de extra lateral voor de onttrekking van district 761 uit het Haringvliet is toegevoegd (D761onttrkHvlt). 



Meegenomen JIRA-issues


Tabel TR.01: Issues die in deze release zijn meegenomen

...