Bruinvis - Phocaena phocaena
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Bruinvis - Phocaena phocaena |
Regio |
Europa |
Watersysteem |
zee |
Natuurparameter |
zoogdieren |
HR nr |
H1351 |
Factsheet opgemaakt door |
K.E. van de Wolfshaar |
|
Foto: www.noordzee.org |
Habitat beschrijving
Algemeen voorkomen
De Bruinvis (Phocoena phocoena; familie Phocaenidae) is de kleinste walvissoort in de Europese kustwateren. Bruinvissen zijn robuust van bouw en hebben in tegenstelling tot de meeste andere dolfijnen een afgeronde kop met een stompe snuit. Volwassen dieren zijn gemiddeld zo'n 1,5 m lang. De rugvin is klein en driehoekig van vorm. De rug is bruinachtig donkergrijs tot zwart (vandaar de naam), de onderzijde is wit en de flanken zijn grijs. Tussen de mondhoeken en de flippers bevindt zich een dunne zwarte streep. De soort weegt gemiddeld 50 tot 55 kg en maximaal 90 kg; mannetjes zijn iets forser dan vrouwtjes. De Bruinvis kan verward worden met de Tuimelaar (Tursiops truncatus) doordat bij beide soorten kleurpatronen ontbreken. De Tuimelaar onderscheidt zich echter door zijn grotere formaat, zijn sikkelvormig gebogen rugvin en zijn lange snuit. Hij is bovendien veel zeldzamer dan bruinvissen in ons kustgebied, net als andere walvisachtigen. De Bruinvis wordt in relatief ondiep (tot 200 m) water waargenomen langs kusten en in baaien en gaat ook af en toe rivieren op. De soort leeft solitair of in kleine groepen, maar soms worden scholen van 50 tot 100 individuen gezien. De dieren communiceren onderling door middel van geluiden. Net als andere dolfijnen maken ze gebruik van echolocatie om te navigeren en te foerageren. Bruinvissen gebruiken hierbij zeer specifieke klikklanken #1.
Voedselhabitat en strategie
Het voedsel bestaat uit vissen, zoals Wijting (Merlangius merlangus), Kabeljauw (Gadus morhua), Puitaal (Zoarces viviparus) en Haring (Clupea harengus) en bijvoorbeeld inktvissen #1.
Reproductie en migratie
De paartijd is in de zomer (juli), waarna tussen mei en juli van het volgende jaar één jong wordt geboren #1.
Leeftijd en mortaliteit
De Bruinvis kan 24 jaar oud worden maar het merendeel van de bruinvissen wordt waarschijnlijk niet ouder dan 12 jaar #1.
Dosis-effect relaties
Er is weinig informatie beschikbaar om dosis-effect relaties te beschrijven.

waterdiepte (m) |
HGI |
---|---|
0 - 200 |
1 |
>200 |
0 |
Referentie: #1
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relatie is niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Er is weinig informatie beschikbaar over de Bruinvis om dosis-effect relaties op te baseren. Zo is het gebruik van zogenaamde visserij met staand want (waarbij de dieren in de netten verstrikt raken en verdrinken) zeer waarschijnlijk de oorzaak van de achteruitgang van de Bruinvis in de Noordzee #1. Het maken van een kwantitatieve dosis-effect relatie met betrekking tot visserij is echter lastig. Ook kan watervervuiling een bedreiging vormen voor de Bruinvis. Milieuvervuilende stoffen zijn gemeten in bruinvissen, waarschijnlijk omdat ze voornamelijk langs kusten leven. Milieuvervuiling wordt gezien als een reden voor de recente vermindering in aantallen bruinvissen in Europa en delen van Noord-Amerika #2.
De huidige dosis-effect relatie is van toepassing op de Noordzee.
Voorbeeld project
Er is geen voorbeeldprojekt beschikbaar.
Referenties
1 http://www.minlnv.nl/natura2000
2 http://www.soortenbank.nl