In de onderstaande tabellen staat beschreven welke topology nodes beschikbaar zijn binnen het onderdeel Zoetwater (tabel X) en welke workflows daarbij horen (tabel X). Voor Zoetwater geldt dat elke topology node opgebouwd is uit dezelfde generieke set workflows, welke van elkaar verschillen d.m.v. invoerparameters . De topology node specifieke informatie over de invoerparameters is terug te vinden op de pagina Invoerparameters. Per workflow is aangegeven wat de volgorde is van uitvoeren, wat de naam van de workflow is en welke taken er binnen de workflow uitgevoerd worden. Voor elke workflow geldt dat de voorgaande workflow volledig en succesvol afgerond moet zijn voordat de opvolgende gedraaid kan worden. Het kan voorkomen dat twee verschillende workflows uitvoer van een voorgaande workflow nodig hebben. In dat geval hebben deze workflows hetzelfde volgorde nummer. De tijdsduur en T0 van elke topology node zijn terug te vinden op de pagina Testwaarden. Hoe een workflow gestart moet worden is terug te vinden in het hoofdstuk Algemeen (onderdeel 1.2.4 Workflows starten standaard). Een overzicht van de uitvoerparameters die geexporteerd worden naar de OpenDAP server en het archief is terug te vinden op de pagina Uitvoerparameters.
Tabel X. De namen van de topology nodes van Zoetwater (landelijk) en de scenario's die deze beschrijven.
Topology Node | Referentie / Scenario |
2015 - Referentie'14 | referentie situatie |
2050 - Druk'14 | klimaatscenario: 2050G+ |
2085 - Druk'14 | klimaatscenario: 2085G+ |
2050 - Rust'14 | klimaatscenario: 2050G |
2085 - Rust'14 | klimaatscenario: 2085G |
2050 - Stoom'14 | klimaatscenario: 2050W |
2085 - Stoom'14 | klimaatscenario: 2085W |
2050 - Warm'14 | klimaatscenario: 2050W+ |
2085 - Warm'14 | klimaatscenario: 2085W+ |
Tabel X. Generieke informatie over de workflows van Zoetwater (landelijk).
Workflows van Zoetwater (Landelijk) | |||
Volgorde | Naam | Beschrijving | |
1. | LHM | Het Landelijk Hydrologisch Model is een geïntegreerd landsdekkend grond- en oppervlaktewatermodel van Nederland en bestaat uit een viertal gekoppelde modellen: MODFLOW, MetaSWAP, MOZART en DM. Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| |
3. | LSM | Voorwaarde voor het draaien van een SOBEK LSM run is dat er een afgeronde LHM run is gedraaid voor het gehele jaar waarvoor een SOBEK som gestart wordt. Het Landelijk S Model is .. Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| |
3. | LSM Light | LSM Light bevat t.o.v. LSM minder regionale wateren, om zo de rekentijd van het LSM (~ 40 uur bij het draaien van de volledige 30 jaar) te verkorten. Voor de taken die tijdens deze workflow worden uitgevoerd zie LSM. | |
4 | BIVAS | Voorwaarde voor het draaien van een BIVAS berekening is dat er een succesvol afgeronde SOBEK LSM Light som heeft gedraaid voor het volledige jaar en voor hetzelfde scenario als waarvoor een BIVAS run gestart wordt. Met BIVAS wordt ... Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| |
4. | LTM | Voorwaarde voor het starten van deze workflow is dat er een volledige LSM workflow heeft gedraaid. Het Landelijk Temperatuur Model (LTM) ... Tijdens het draaien van deze workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
| |
5. | export LKM (WQINT) | De voorwaarde voor het draaien van de WQINT workflow is dat er een LSM som van het betreffende scenario gedraaid is en actief staat. De export LKM zorgt voor de export van de waterbeweging naar de WQINT module. WQINT converteert de waterbeweging naar een formaat dat voor de KRW-Verkenner bruikbaar is. Tijdens het draaien van de workflow worden de volgende taken uitgevoerd:
|