De deelnemende partijen in dit project zijn:

GeoConsult B.V., BAM Speciale Technieken, Fundex Companies, Van ’t Hek B.V., Volker Staal en Funderingen, Bauer Funderingstechniek B.V., het voormalige samenwerkingsverband Geo-Impuls en Deltares

Wij richten ons op de vraag of door het meten en interpreteren van machine instellingen tijdens de  installatie van de paal direct een uitspraak kan worden gedaan over de kwaliteit van de paal.
Bij die machine instellingen moet je b.v. denken aan penetratiesnelheid, pulldown kracht, draaimoment (koppel) en toerental.

 

Met behulp van relaties tussen de machine instellingen en relaties tussen machine instellingen en b.v. bodemgelaagdheid en sondeergegevens, zoeken we naar regels om het maken van de paal optimaal, d.w.z. met een goede eindkwalteit, uit te voeren.
Voor twee van de partijen hebben we de metingen geanalyseerd die op de machine bij het inboren en maken van palen zijn uitgevoerd. Per paal kunnen een 'geboortesheet' maken waarin gegevens van de paal en van de bodem (sondering) staan oipgenomen. Tevens geeft dat sheet aan in hoeverre er aan de theoretische verbanden tussen b.v. sondeerwaarde en wegdrukkracht wordt voldaan. Als we dat per bouwproject doen voor alle palen kan daaruit statistisch worden bepaald welke fracties van het total aantal palen in meer of mindere mate voldoen aan de theoretische verbanden

Zowel voor het inboor- als voor het maakproces van de paal hebben we een Bayesian Belief Network (BBN) opgesteld. Hierin worden ook de genoemde statistische klasse-indeling van palen die in meer of mindere mate voldoen aan de theoretische verbanden opgenomen.

Het gedeelte over inboren bevat bijv. expert kennis over de invloed van de inboortijd, de verticale snelheid, en de verhouding tussen indrukkracht (pull –down) en moment (torque) op de kwaliteit van het boorproces en daarmee van de uiteindelijke paal. Het gedeelte over het maakproces gaat in op de invloed van de speciedruk en dikte van vervormbare lagen waardoor er diameter afwijkingen van de paal (uitstulping of insnoering) kunnen ontstaan. Ook de invloed van de treksnelheid, de aanwezigheid van grove lagen (bepalen specieverlies) en die van waterdrukverschillen over een afsluitende laag op de kwaliteit van de paal zijn opgenomen.

In een bijeenkomst eind mei 2017 hebben we met de deelnemers de BBN's doorgenomen. Met elkaar zijn nog aanvullende aspecten die van belang zijn  voor  inboor- of maakproces geinventariseerd. Het totaal van al in de BBN's opgenomen aspecten zowel als de aanvullende aspecten is vervolgens geprioriteerd op belangrijkheid voor de uiteindelijke maatgevende kwaliteit van de in de grond gevormde paal. Dezelfde vraagstelling is op dit moment in behandeling bij de leden van de contactgroep 4 (in de grond gevormde technieken) van de NVAF http://nvaf.nl/

In kwartaal 4 van 2017 is het project, op enige rapportages na, afgerond. Er wordt gewerkt aan de opstart van een vervolgproject. In dat vervolgonderzoek onderscheiden we verschillende onderzoekslijnen: technisch-inhoudelijk (kennis van het proces, en ook voorspellende modellen (bijv. MPM)), onderzoek gericht op proefbelastingen en testresultaten, onderzoek gericht op Dataprocessing / Artificial Intelligence en ten vierde de verdere uitwerking van het bestaande BBN inclusief het toevoegen van aspecten die met groutinjectie te maken hebben. Verre toekomst is het opstellen van een richtlijn voor grondverdringende schroefboorpalen.

Space contributors

{"mode":"list","scope":"descendants","limit":"5","showLastTime":"true","order":"update","contextEntityId":123538882}

 

  • No labels